Hoe voorkom je dat je tijden minder snel worden?
Een hardloper kan niet elke keer een nieuw PR lopen. Er is echter een verschil tussen niet elke keer een PR lopen en merken dat je tijden achteruit gaan. Voor die teruglopende tijden zijn over het algemeen drie oorzaken.
1. Je loopt te veel
Wedstrijden lopen is spannend en uitdagend. Toch leidt juist die spanning ertoe dat we soms aan teveel wedstrijden meedoen. Daarbij vergeten we dat hardlopen op de toppen van je kunnen lastig is en dat herstel onmisbaar om op de toppen van je kunnen te blijven presteren. Over het algemeen kunnen hardlopers maar vier tot zes weken maximaal presteren. Daarna zijn ze meestal opgebrand. In die vier tot zes weken richt je je vaak via intensieve trainingen op de betreffende wedstrijd. Daar is niks mis mee, mits we niet vergeten dat daarna ons lichaam behoefte heeft aan rust, gezond eten en slaap zodat het goed kan herstellen. Het betekent ook dat we in de weken na zo’n wedstrijd de nadruk moeten leggen op hersteltraining en niet op nieuwe wedstrijden.
2. Je trainingsprogramma helpt je niet vooruit
Training brengt je verder wanneer er een opbouw in zit: meer dagen hardlopen per week, langere afstanden of intensievere workouts. Wanneer deze opbouw er niet in zit, zullen ook je tijden op den duur achteruit gaan.
Het is daarom goed om de manier waarop je traint kritisch te analyseren en te kijken waar winst valt te behalen. Dit kan zijn door vaker te lopen, door langere afstanden te lopen of door intensievere workouts af te werken.
3. Je wordt ouder
Het is een lastige waarheid, maar het menselijk lichaam presteert op de top van zijn kunnen van laat 20 tot midden 30. Het betekent dat ouder worden onvermijdelijk leidt tot minder snelle tijden. Dat komt doordat de zuurstofopname per minuut afneemt en dat komt weer omdat de hoeveelheid bloed die bij elke hartslag wordt rondgepompt – het slagvolume – afneemt.
Het leidt ertoe dat het lichaam van iemand die ouder wordt harder moet werken om hetzelfde resultaat te behalen en dat de persoon dus voelt dat dezelfde inspanning hem meer moeite kost.
Daarnaast is het zo dat vanaf je 40-ste de aanmaak van testosteron – het hormoon dat je spierkracht en spierherstel regelt – afneemt.
Minder snelle tijden na je 40-ste is kortom bijna onvermijdelijk. Omdat hardlopers vaak beter hun duurvermogen op peil kunnen houden, is het verstandig om na je 40-ste de focus meer op langere afstanden dan op snelheid te leggen.
Bron: Prorun – 12 december 2017
Geef een reactie